Beken slingeren zich door het beekdal. Flauw aflopende, drassige oevers en hoge steilranden wisselen elkaar af in respectievelijk de binnen- en de buitenbocht van de beek. Beken zijn min of meer natuurlijke waterstromen die hun weg zoeken door de lagere delen van het landschap. In hoeverre nog gesproken kan worden over een ‘natuurlijke’ stroom is echter de vraag als je ziet wat de bewoners in de loop der eeuwen met beken hebben gedaan voor hun eigen gebruik. Al sinds de Middeleeuwen is er aan beken geknutseld.

De bewoners trokken ze recht, diepten ze uit en verlegden ze. Sommige beken werden kunstmatig met elkaar verbonden. Beekdalen hebben altijd een grote aantrekkingskracht op mensen gehad vanwege het stromende water, de van nature vruchtbare gronden in de beekdalen en de vele mogelijkheden die de kleinschalige afwisseling tussen open water en natte en vochtige plaatsen biedt. De randen van beekdalen kennen dan ook veel archeologische vindplaatsen. Er is sprake van knip-en-plakwerk in de beken, onder andere voor de molens en de kasteelgrachten.

download