Hospitalisatie, een begrip dat bij mij negatieve gevoelens oproept en vele associaties. Bewoners die dag in dag uit op dezelfde plaats in de huiskamer zitten, geen initiatieven meer ontplooien om iets zonder hulp van het verzorgend personeel te ondernemen. Bewoners die zich aangepast hebben aan de strakke regels en gewoontes van de afdeling. Iedereen is tijdens het werken in gezondheidszorginstellingen de boven beschreven situatie zeker tegengekomen. Vooral in verpleeghuizen wordt deze situatie door mij als zeer schrijnend ervaren. Voor de bewoners is het verpleeghuis een nieuw tehuis waar zij veelal tot hun dood zullen verblijven. Maar als je het leven en het gedrag van deze bewoners vergelijkt met dat van mensen buiten het verpleeghuis zijn er grote verschillen. Ik heb gezien dat mensen geen belangstelling meer hadden voor wat er in hun omgeving, hun stad of land gebeurde, dat zij zich passief en volledig afhankelijk opstelden van de verzorging en geen emoties meer toonden.
De hoofdoorzaak van hospitalisatie is de hospitaliserende houding van de verzorgende. Die houding van de verzorgende die voor komt uit hospitalisatie van de verzorgende zelf. Wanneer ik het gedrag van het merendeel van de verzorgenden in een verpleeghuis observeer, zie ik veel overeenkomsten met het gedrag van een gehospitaliseerde bewoner. Duidelijk wordt de onverschilligheid, passiviteit en initiatiefloosheid. De houding van de gehospitaliseerde verzorgende is vaak oppervlakkig, zakelijk en zonder emotie. De definitie die ik voor hospitalisatie van bewoners heb gegeven, is deels ook van toepassing op hospitalisatie van de verzorgende. Ook de verzorgende past zich teveel aan de instelling aan. Zij onderwerpt zich aan de regels en gewoontes van de afdeling en verliest haar kritische blik. Veelal gaat zij verzorgen op routine en stelt zij het waarom van haar handelen niet meer ter discussie. Het gevolg hiervan is dat de bewoner niet meer als individu benaderd wordt, maar een standaardverzorging krijgt naar de gewoonten van de verzorgende.