Het kan spannend zijn om naspeuringen te doen naar een duister verleden, een donker krocht vol geheimen. De aanleiding voor dit stukje is minder mysterieus. Ik vroeg mij af waar mijn grootouders Koers waren gebleven toen hun buren aan de Hexelseweg waren gevlucht in de laatste dagen van de oorlog. De avondklok was nog geldig. Na 20.00 uur mocht niemand zonder toestemming op straat komen. In de Kolkschool, om de hoek bij mijn oma en opa Maassen van den Brink, zaten SS’ers. Mijn moeder zat met vader en moeder, broer en zus in hun kelder. Het opblazen van de brug in de Bornerbroeksestraat was de aanleiding van een hele reeks vernielingen in de rest van de stad. In een paar uur tijds werden alle bruggen vernield. Mijn vader was naar Enter gevlucht omdat hij niet in Duitsland wilde werken als dwangarbeider. Hij heeft zijn hele leven als brood- en banketbakker gewerkt bij de coöperatie. Tijdens de opmars van de Canadezen zakte een tank dwars door de brug in de Maardijk en bleef hangen tussen de bruggenhoofden. Overal werd er geschoten. Vooral in de buurt van het Nijrees en de Redehoeveweg. In Wierden zaten mijn opa en oma Koers in hun eigengebouwde schuilkelder. Hun buren waren allemaal gevlucht. Tijdens de opmars van de Canadezen werd een van de tankcommandanten, luitenant Gurrie, door een Duitse sluipschutter uitgeschakeld. Tientallen Wierdenaren hadden inmiddels Wierden verlaten om elders, vooral in Hoge Hexel, Den Ham en Vriezenveen een goed heenkomen te zoeken.