Het is een bekend beeld; aan tafel in een doorsnee doorzonwoning bekijk ik het fotoboek ‘O ja, dat was Bergen’. Ik herinner me weer het leven van toen. De werklui op straat en de marktkooplieden met hun luide roep. De keien in de straat, de lage huisjes van de arbeiders en de trotse villa’s van de fabrikanten. De opvallende stilte in het straatbeeld. Waarom is dat allemaal gesloopt? Maar ja… het was de tijd van vooruitgang na de wederopbouw. Er kwamen meer kinderen en die wilden allemaal wonen.
Het gevoel dat de ‘vooruitgang’ is doorgeschoten tot een onaanvaardbare kaalslag en de organisatie tot het verdienen van geld wekt bij mij een tegenbeweging op. Een halsstarrige opstelling maakt dat ik het verhaal van de stad of het dorp wil blijven doorvertellen. Ik wil de foto’s geïllustreerd zien van de bebouwde omgeving. Het gaat erom dat er wordt nagedacht over de meerwaarde en mogelijkheden van een erfgoed binnen de toekomstige situatie. Een ander argument is dat de economische globalisering de wereld tot één groot dorp schijnt te willen maken. Daardoor raken mensen het normale overzicht van de kleine wereld kwijt. Het is niet slecht of conservatief om op te komen voor een lokale of regionale identiteit.